Resultaten
Resultaten
Taalkennis – Weigering om een arts in te schrijven op de lijst van de Orde der artsen
In zijn vergadering van 23 april 2022 heeft de nationale raad van de Orde der artsen uw vraag besproken over de weigering om een arts in te schrijven op de lijst wanneer hij een gebrekkige kennis van de taal van de regio heeft en over de wijze waarop de taalkennis getest kan worden.
Op juridisch vlak
1. Het gebruik der talen is een materie van openbare orde die enkel wettelijk geregeld kan worden in overeenstemming met het Europees recht.
2. Het koninklijk besluit nr. 79 betreffende de Orde der artsen bepaalt in artikel 19 dat geen enkele beslissing, genomen ter voldoening aan artikel 6, 1°, dat betrekking heeft op de inschrijving op de lijst, gegrond mag worden op motieven van taalkundige aard.
De tekst voegt hieraan toe dat elke inmenging in die aangelegenheid verboden is.
Voor zover artikel 6, 1°, van het koninklijk besluit nr. 79 stelt dat de provinciale raden de inschrijving op de lijst kunnen weigeren of uitstellen, ofwel wanneer de aanvrager zich schuldig heeft gemaakt aan een zo zwaarwichtig feit dat het voor een lid van de Orde de schrapping van de lijst tot gevolg zou hebben of aan een zware fout die afbreuk doet aan de eer of de waardigheid van het beroep, ofwel op grond van inlichtingen meegedeeld door de Lid-Staat van oorsprong of herkomst kan dit bovendien zo geïnterpreteerd worden dat de weigering van inschrijving om andere redenen uitgesloten is.
3. Daar de nationale raad zich bewust is van het belang van een goede communicatie met de patiënt voor de toegang tot en de kwaliteit van de zorg, heeft hij deze kwestie reeds meermaals aangekaart bij de opeenvolgende ministers van Volksgezondheid[1] om tot een wettelijke oplossing te komen.
Het is jammer dat de wet van 22 april 2019 betreffende de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, die voor alle artsen die de geneeskunde uitoefenen in België geldt, ongeacht de oorsprong van hun diploma, tegen alle verwachtingen in geen enkele bekwaamheidsvereiste inzake taalkennis bevat.
4. Het testen van de taalkennis als voorwaarde voor toegang tot het beroep kan niet geregeld worden zonder rekening te houden met de Europese regelgeving betreffende het vrije verkeer.
Voor de artsen die in het bezit zijn van een binnen een lidstaat van de Europese Unie behaald diploma, bepaalt artikel 53 van de Richtlijn 2055/36/EG van 7 september 2005 betreffende de erkenning van de beroepskwalificaties dat de begunstigden van de erkenning van beroepskwalificaties moeten beschikken over de talenkennis die voor de uitoefening van hun beroep in de ontvangende lidstaat vereist is.
De gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen bepaalt in artikel 114 dat de migrant wiens beroepskwalificaties in België werden erkend overeenkomstig de bepalingen van afdeling 2 of de dienstverrichter die in België werd toegelaten overeenkomstig de bepalingen van afdeling 3 voldoende Nederlands, Frans of Duits kent om het desbetreffende gereglementeerd beroep in België te kunnen uitoefenen. De vereiste van de taalkennis om het beroep uit te oefenen, beoogt dus de kennis van een van de landstalen en niet de kennis van de taal van de regio.
In dit verband dient vastgesteld te worden dat, ongeacht de oorsprong van het diploma, de toelating om de geneeskunde uit te oefenen betrekking heeft op het gehele Belgische grondgebied en niet op een bepaalde regio. De vereiste om de taal te kennen van de regio om op het grondgebied van die regio te mogen werken, zou de vraag doen rijzen naar de beperking van de uitoefening van de activiteit tot het grondgebied van de betrokken regio en naar de vereiste van tweetaligheid voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De Europese aanbevelingen betreffende het testen en bewijzen van de taalkennis zijn gekant tegen het systematisch testen van de taalkennis als enig bewijsmiddel van dergelijke kennis[2].
De vereisten om de taalkennis na te gaan, moeten verenigbaar zijn met de Europese vereisten betreffende de duur van de procedure om een aanvraag om een gereglementeerd beroep uit te oefenen, te onderzoeken.
Tot slot moet de vereiste van de taalkennis het evenredigheidsbeginsel eerbiedigen. Dit houdt in dat een evenredigheidsbeoordeling uitgevoerd moet worden voorafgaand aan de invoering of de wijziging van een beroepsreglementering in de gezondheidssector, overeenkomstig de wet van 23 maart 2021 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan de invoering of de wijziging van een beroepsreglementering in de gezondheidssector.
5. Zowel op het gebied van het Belgisch als van het Europees recht kan dus besloten worden dat de Orde de inschrijving op de lijst niet kan laten afhangen van de kennis van de taal van de regio. Geen enkele bepaling laat haar toe een “taaltest” te organiseren.
Op deontologisch vlak
De wet schrijft voor dat de Orde erop moet toezien dat de regels van de medische deontologie nageleefd worden. Deze vereisen dat de arts blijk geeft van professionalisme en kwaliteitsvolle zorg verstrekt.
Op grond van de inlichtingen verleend door de arts over de plaatsen waar hij zal werken, is het opportuun dat de provinciale raad hem ondervraagt over de activiteiten die hij wenst te verrichten, om zich ervan te vergewissen dat de gebrekkige kennis van de taal van de regio in zijn specifieke geval de veiligheid van de patiënten en de kwaliteit van de zorg niet in gevaar brengt.
Desgevallend dient de arts erop gewezen te worden dat de medische deontologie, behalve in geval van overmacht, inhoudt dat hij weigert patiënten te behandelen aan wie hij geen aandachtige, gewetensvolle zorg kan toedienen die de rechten van de patiënt eerbiedigt zoals beoogd in de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt.
De communicatie met de patiënt is fundamenteel voor de zorgrelatie, die bestaat uit het verrichten van een anamnese, het begrijpen van de klacht of het toelichten van een behandelplan.
Bijgevolg, moeten de provinciale raden er aldus op toezien dat een beslissing om een inschrijving te weigeren niet het omgekeerde effect met zich meebrengt, namelijk zorg onthouden aan patiënten die de taal van de regio niet machtig zijn.
[1] Kennis van de taal van de regio (Advies NR 17 mei 2008, a121002)
Toegang tot de uitoefening van de geneeskunde in België voor artsen afkomstig van en met een diploma van buiten de EER/EU (Advies NR 17 september 2016, a154007)
Taalproblematiek - Inschrijving op de Lijst van de Orde (Advies NR 17 september 2016, a154008-R)
[2] User Guide Directive 2005/36/EC. Ares (2016)290024 - 20/01/2016